maandag 17 september 2007

Het malariaproject

Vorig jaar zijn 60.000 geïmpregneerde klamboes uitgezet, ruim één per binnenlandbewoner. Worden ze goed gebruikt? Helpen ze de malaria terugdringen bij volwassenen en kinderen, de heel hoge babysterfte beperkten? De statistieken zijn positief. Grote delen van Suriname zijn malariavrij. Teams reizen permanent rond en vangen en testen muskieten op malaria, als er een ziektemelding is wordt een heel dorp bloed afgenomen (active case detection) en ieder die ziek is direct behandeld, het dorp zonodig ‘gespoten’. Onze opdracht was; vraag na en kijk na in zoveel mogelijk gezinnen/hutjes of de klamboe goed gebruikt werd. Tussen haakjes, echt nodig was dit niet om te onderzoeken bij de Saramaccanen, er is bijna geen malaria meer, maar als je een onderzoek al dit doet bij de andere stam van de Aucaners in Oostsuriname zou er erg worden geprotesteerd als de Saramaccanen in centraal Suriname niet gelijk behandeld zouden worden – maar dit terzijde. Vijf teamleden en per dorp 10-20 scholieren die we bijeenzochten voor een ‘vakantiebaantje’ trokken tientallen dorpjes door in een week. Iedere volwassenen kreeg een standaardvragenlijst te beantwoorden. De resultaten zijn positief. Velen gebruiken de klamboe en goed. Natuurlijk, een enkele vist ermee in de rivier (klamboes werken perfect als fuik!), sommigen laten het keurig ingepakt naast het bed liggen (te warm) maar dat zijn uitzonderingen. Een probleem: vrouwen wassen klamboes te veel, poetserig en wasserig als de riviervrouwen zijn. Na 20 wasbeurten verliest het klamboegif kracht, dus elke week wassen is teveel dames saramaccanen! Waar nodig konden we opnieuw impregneren maar het beeld blijft positief; met het geld van Global Fund (mijnheer B. Gates) wordt goed gewerkt aan malariabestrijding. Om echter alle gescheurde klamboes te vervangen, babies nieuwe te geven en te blijven impregneren is wel weer geld nodig. Dus koopt Vista - voor de Saramaccanen!
Onze rol als drie vrijwilligers was eenvoudig. Help projectleider en cultureel antropoloog Josta de jungle door (er was heel veel mee, foerage en materiaal), werf in ieder dorp Nederlands sprekende jongeren, train en begeleid ze in de gesprekken en voer zelf als het kan gesprekken. En verder ; genieten man ! (zoals de Surinamers dat zelf voortdurend zeggen). Lekker babbelen (een 2e kreet hier) maar ook zwemmen in de rivier (ja er zijn piranha’s maar Surinaamse piranha’s zijn overwegend sloom en lief) en stil worden in deze machtige omgeving. Het was kortom het leukste veldwerk dat ik ooit gedaan heb.
Ton

Geen opmerkingen: