Na een weekeinde eind november bracht Bigoen zijn 3e en laatste weekeinde bij ons door. De vorige keer stond de dierentuin op het programma, nu behalve zwemmen en lekker eten en de centrale markt ruïnes van de suikerfabriek en –plantage Marienburg, waarover Cynthia McCleod een boek schreef. Verder vrstuurde hij sms-jes van onze telefoon naar de sinds deze week bereikbare ooms en tantes in het binnenland, maar omdat hij de werking niet helemaal doorgrondde ging ieder bericht tien keer uit ;-(.
Of Bigoen het gaat redden op school is nog de vraag. Zijn cijfers zijn niet eens slecht, al is zijn taalbeheersing heel heel pover. En echt nieuwsgierigheid of echte vlijt bemerken we ook niet als hij bij ons is. Graag luistert hij muziek en brult dan met de boxjes aan zijn oor mee. A waka um sunsjaai, woho (I’m walking on sunshine). Op het internaat en school spreekt hij soms de juffen tegen, normaal voor een 15 jarige maar bijna een doodzonde hier. Als alle 72 internaatskinderen tegenspreken, waar blijven we dan denken de juffen. Nog twee weken werken en hij mag een tijdje naar Botopasi, we hebben zijn reis geregeld heen en terug. Maar houden ons hart vast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten